Bevindingen uit het onderzoek
Geweld bij laden en lossen is onvermijdelijk
Waarom gebruiken veetransporteurs zoveel geweld bij het opdrijven? Om dat te begrijpen, kijken we naar de natuurlijke behoeften en instincten van de dieren. Uit het literatuuronderzoek (Natuurlijk gedrag van runderen) weten we dat runderen kudde- en prooidieren zijn. Op transport gaan is voor hen een onnatuurlijke en stressvolle situatie die ze instinctief willen mijden.4950
Gescheiden van hun veilige kudde, worden de dieren geconfronteerd met onbekende zaken zoals de vrachtwagen, onbekende chauffeurs en omgevingslawaai (metaalklank van vrachtwagendeuren, geschreeuw van mensen). Op de laadplek of in de wagen kunnen onbekende soortgenoten aanwezig zijn waar ze instinctief afstand van willen houden. Bovendien willen runderen van nature altijd een vluchtroute hebben, wat in een wagen niet mogelijk is.
Bij aankomst in een verzamelplaats of slachterij, gaan de deuren van de vrachtwagen open en staan de runderen opnieuw voor een onbekende omgeving. Met hun scherpe reukzin detecteren ze geuren van gestreste soortgenoten. Vreemde mensen komen op hen afgelopen en belemmeren hun vluchtroute. De dieren moeten via een schuin aflopende laadklep uit de wagen komen. Door hun slechte dieptezicht kunnen ze de helling van de laadklep niet goed onderscheiden van een afgrond. Het kan erg lang duren voordat een eerste rund het aandurft om de wagen uit te komen.
Runderen die via verzamelplaatsen vervoerd worden moeten deze stressvolle omstandigheden meermaals ondergaan. Met hun sterke geheugen herinneren de dieren zich elke negatieve ervaring. Bij elke tussenstop zal hun stress en afkeer om wagens in en uit te gaan sterker zijn. Ook bij jonge kalfjes is het geheugen al goed ontwikkeld. In proeven waarbij een kalfje een schok kreeg van een stroomstootwapen, kon het dier nog dagenlang de persoon herkennen die de schok had toegediend.
Runderen laten zich niet gewillig in- en uitladen. Instinctmatig reageren ze op de onbekende stresssituaties door te verstijven (niet meer verder willen stappen), of door tegen te stribbelen. Tijd om de situatie rustig te onderzoeken krijgen ze niet: de vrachtwagen moet vertrekken voor de volgende klant en de laadkades moeten vrij zijn voor een volgend transport. Dwang en geweld zijn daardoor onvermijdelijk bij het laden en lossen.
Transport van zieke en gewonde dieren is onvermijdelijk
Toch tonen de beelden veel uitgemolken koeien die ernstig kreupel lopen of te ziek zijn om nog overeind te komen.51Transport van zwakke en zieke moederkoeien naar de slacht is onvermijdelijk. Gezonde, fitte koeien leveren de veehouder melk en geld op. Pas wanneer een koe verzwakt, ziek of gewond raakt en haar melkproductie daalt, gaat ze op transport.
In het Nederlandse BuRo-rapport werden cijfergegevens verzameld over transport van uitgemolken koeien voor de jaren 2017 tot en met 2020. In die periode werden per jaar gemiddeld 423.850 uitgemolken moeders afgevoerd uit de Nederlandse melkveehouderij. BuRo schat in dat 30 tot 75% van de koeien (gemiddeld 127.155 tot 317.887 dieren) licht ziek is of gewond, en tussen 0,05 tot 5% (gemiddeld 212 tot 21.193) koeien hebben ernstige afwijkingen.52
Aan de basis van de gezondheidsproblemen die koeien ontwikkelen in de melkveehouderij ligt het productiesysteem: koeien zijn selectief gefokt om steeds meer melk te geven. De productiecijfers blijven nog jaarlijks stijgen. Koeien produceerden in 1910 zo'n 2500 kg melk per jaar. Momenteel ligt de gemiddelde jaarproductie in Nederland en België al boven de 9000 kg per koe, wat neerkomt op zo’n 30 liter per dag.535455 De hoge melkproductie is een uitputtingsslag voor de koe. Al haar energie gaat naar melkproductie, ten koste van andere lichaamsfuncties waar ze ook energie voor nodig heeft. De dieren zijn erg mager en hebben weinig weerstand tegen ziekten.56 In combinatie met de onhygiënische en onnatuurlijke levensomstandigheden in de melkveebedrijven wordt de gemiddelde koe niet ouder dan 6 jaar, terwijl de dieren van nature 20 jaar kunnen worden.
In de top drie van gezondheidsproblemen van moederkoeien in de melkveehouderij staan kreupelheid, uieraandoeningen en vruchtbaarheidsproblemen.
Rond de 25% van de koeien in melkveebedrijven heeft ernstige klauwproblemen en/of kreupelheid. Dit percentage blijft al 20 jaar onveranderd.57 Factoren die hierbij een rol spelen zijn onder meer de slechte hygiëne in stallen, ongeschikte ondergronden zoals betonroosters en vervuilde stalvloeren, waardoor de klauwen van de dieren in contact staan met mest en urine. Ook onhygiënische en natte ligboxen zijn slecht voor de klauwen. Het vochtige en warme stalklimaat vormt in combinatie met de aanwezigheid van mest een broeihaard van bacteriën.5960 Ernstig kreupele koeien geven tot 36% minder melk en zijn dan niet rendabel meer. Kreupelheid is dus een belangrijke reden om de dieren af te voeren naar de slacht.61
28,6% van de koeien heeft uierontsteking (mastitis), met pijnlijk gezwollen uiers als gevolg.62 Koeien krijgen mastitis door besmetting met bacteriën die voorkomen in de vervuilde stallen waarin ze leven. Via de melkinstallaties kunnen bacteriën ook van koe naar koe worden overgedragen. Uierontstekingen betekenen economische schade voor de veehouder en zijn eveneens een belangrijke reden om koeien vervroegd af te voeren naar de slacht.6364
30 procent van de vervroegde afvoer van koeien in de melkveehouderij is toe te schrijven aan vruchtbaarheidsproblemen.65 Vanaf 7 weken na een bevalling kan de moederkoe opnieuw geïnsemineerd worden. Vaak lukt dit niet de eerste keer en volgt er een tweede poging. Wanneer inseminaties herhaaldelijk mislukken wordt de koe afgevoerd omdat ze alleen melk aanmaakt nadat ze is bevallen van een kalfje (66 ).
Conclusie
Het transportonderzoek van Ongehoord maakt duidelijk dat er geen diervriendelijke manieren zijn om dieren op transport te zetten. Moderne geklimatiseerde wagens, betere chauffeurs of meer welzijnsmaatregelen en toezicht veranderen niets aan de angst en weerzin van dieren om onbekende omgevingen en vrachtwagens in en uit te lopen. Het gebruik van geweld bij in- en uitladen is daardoor onvermijdelijk.
Een verbod op stokken en stroomstootwapens is geen oplossing, dit leidt enkel tot meer slaan en schoppen of aan oren en staarten trekken. Als de industrie moet blijven bestaan, is diertransport niet te vermijden en daarmee dierenmishandeling een gegeven.
Het selectief fokken van koeien op hoge melkproductie staat aan de basis van de melkindustrie. Het melken gaat onvermijdelijk ten koste van de gezondheid van de koe. Strengere keuringen bij transport lossen het kernprobleem van zwakke en zieke koeien in de zuivelindustrie niet op. Minder zieke en gewonde dieren op transport naar slachterijen betekent meer dieren die afgemaakt worden of creperen in de melkveebedrijven. Momenteel is het aantal moederkoeien dat sterft in Nederlandse melkveebedrijven al ruim 12.000 per jaar (sterftepercentage = 0,8%).
Willen we doorgaan met zuivel en vlees consumeren, dan is ernstig dierenleed de consequentie die we onder ogen moeten zien.