Het leven van een konijn

Het natuurlijke leven van een konijn

Een van de meest voorkomende zoogdieren in Nederland is het konijn. Het diertje is niet alleen leuk om te zien maar ook essentieel voor het Nederlandse landschap. Zonder konijnen zouden de duinen en de Veluwe er heel anders uitzien. Het konijn is een strikte vegetariër, de kleinst voorkomende grazer in Nederland. Ze leven van een grote variatie aan plantaardig voedsel o.a. grassen, kruiden, knollen, boom bast en akkergewassen. Hiermee houden ze de begroeiing kort waardoor er heel veel andere dieren en planten, waaronder beschermde soorten, kunnen bestaan. Verlaten konijnenholen zijn in trek bij verschillende vogels voor het leggen van hun eieren.

Konijnen, herkauwers? Wist je dat konijnen er de gewoonte op nahouden om hun eigen keutels op te eten? Dit omdat het verteren van grassen zwaar voor de maag is. Een koe heeft er dan ook 4 magen voor. Konijnen pakken dit dus slim aan door gewoon alles twee keer te eten...

In het wild leven konijnen altijd in groepsverband en zijn dus sociale dieren. De groepen bestaan altijd uit meer vrouwen (voedsters) dan uit mannen (rammelaars). Konijnen hebben een strikte rangorde. Bij alfa mannen kan het zelfs zo ver gaan dat ze baby konijnen dood bijten op het moment dat ze niet zeker weten dat het hun eigen kinderen zijn.

Communicatie, leefgroepen en verspreiding

Konijnen zijn stille dieren. Ze communiceren gevaar aan elkaar door met hun achterpoten op de grond te stampen. Het enige geluid dat konijnen kunnen maken is gillen, dit doen ze wanneer ze bang of gewond zijn. Wanneer konijnen rennen kun je de onderkant van hun staart zien, deze is wit waardoor groepsgenoten elkaar makkelijk kunnen volgen in de schemering. In het territorium van het konijn staat het hol centraal. Konijnen gaan nooit ver van hun hol weg, hoe verder van het hol hoe schuwer konijnen worden. Konijnen graven enorme gangenstelsels van wel 3 meter diep en tot 40 meter lang, compleet met kraamkamers. Konijnen kunnen zichzelf heel snel voortplanten, vandaar al die spreekwoorden. Konijnen worden namelijk op jonge leeftijd al vruchtbaar, en kunnen zichzelf al na 4 maanden voortplanten. Ze blijven het hele jaar vruchtbaar, maar de meeste jongen worden tussen februari en augustus geboren. Per jaar kan een vrouwtje drie tot zeven worpen krijgen. De voedster onderbreekt zelf 60% van haar zwangerschappen. Zij wordt namelijk meteen na het bevallen gedekt, ook speelt status en voedsel een belangrijke rol voor de voedster om de zwangerschap uit te kunnen dragen.

Een sociaal konijn

Na een zwangerschap van 28 tot 32 dagen worden drie tot twaalf jongen geboren. De kraamkamers liggen aan het eind van lange gangen en zijn bedekt met zacht materiaal als mossen en haar dat de moeder uit haar eigen buik trekt. De moeder is maar 5 minuten per dag bij haar jongen om deze te zogen. Door de ingang naar het hol elke keer dicht te maken als ze haar kinderen verlaat beschermt ze deze tegen andere konijnen en roofdieren. Wilde konijnen kunnen de leeftijd van 9 jaar bereiken. Maar eigenlijk komt dat zelden voor aangezien het konijn een geliefd prooidier is voor o.a. vogels, vossen en mensen. Eigenlijk gaat het in Nederland sinds 1990 niet goed meer met de konijnen populatie. In 1952 introduceerde bacterioloog P. A. Delille de konijnen ziekte Myxomatose in Europa. Dit om van de konijnen in zijn achtertuin af te komen. Tot vandaag de dag heeft dit invloed op de konijnen populatie van heel Europa. In andere delen van de wereld werd deze bacterie met opzet verspreid om de kans op een konijnenplaag te verminderen. Een andere ziekte die hier ook voor wordt gebruikt is VHS (Viraal Haemorrhagisch Syndroom). Deze twee ziektes hebben de konijnenpopulatie in Nederland zo sterk terug gedrongen dat in 2007 de Zoogdiervereniging de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aanraadde om konijnen op de lijst van beschermde diersoorten te plaatsten. Dit is niet gebeurd omdat de populatie licht aan het stijgen was en er niet gejaagd mag worden op dieren die op de rode lijst staan.