De dood van een varken

Natuurlijk varkensleven

Wilde zwijnen zijn groepsdieren die in bosrijke gebieden leven. Varkensgroepen worden gekenmerkt door een matriarchale structuur. Een twee- tot vijftal nauw verwante zeugen met hun nakomelingen trekken samen op, jong volwassen beren scheiden zich van de groep af op een leeftijd van 7-8 maanden. De jonge beren vormen dan groepjes van 2 tot 3 dieren. Volwassen beren (ouder dan 3 jaar) leven meestal solitair. In de paartijd sluiten de beren zich tijdelijk aan bij een groep.

Het leefgebied van een familiegroep varkens kan afhankelijk van de beschikbaarheid van voedsel, variëren van minder dan 100 ha tot meer dan 2500 ha. Hoger gelegen, dicht beboste delen van het gebied worden gebruikt voor rust en nestplaats, terwijl lagere, meer open terreinen gebruikt worden om voedsel te zoeken.

Varkens zijn in principe dagdieren, maar ze zijn vooral actief in de ochtend en de avond. De dagelijkse activiteiten van varkens bestaan voornamelijk uit verkennen (exploreren) en voedsel zoeken (foerageren). Daarbij zijn ze sterk gericht op de grond: met hun typische varkenssnuit snuffelen, knabbelen en wroeten ze in de aarde. Varkens nemen graag de tijd om te exploreren en foerageren. Hun lichaamsbouw (met relatief zware romp) is niet geschikt voor snelle bewegingen. Echt rennen doen ze zelden en slechts over enkele meters. Wel kunnen ze lange afstanden lopen in een flink tempo, maar het zijn voornamelijk jongvolwassen en solitair levende beren die afstanden afleggen.

De neus is het belangrijkste zintuig van een varken, niet enkel om voedsel te zoeken, maar ook om de omgeving te verkennen. Het zichtvermogen van varkens is niet sterk, de dieren kunnen slechts beperkt kleuren zien en moeilijk afstanden inschatten. Zo zien ze slecht of een donkere plek een schaduw is of mogelijk een gat. Hierdoor zijn varkens erg voorzichtig wanneer ze op onbekend terrein komen. Ze besnuffelen uitgebreid de grond en eventuele obstakels. Naast de geur is ook het gehoor een belangrijk zintuig voor varkens. Onbekende geluiden en lawaai kunnen op gevaar wijzen en schrikken hen op.

Bij warm weer nemen varkens graag een modderbad om af te koelen. Dit wordt ook wel ‘zoelen’ genoemd. Varkens kunnen slecht tegen zomerhitte. Ze hebben geen functionele zweetklieren, maar wel een isolerende laag vet en een huid die gevoelig is voor zonnebrand.

Een groot deel van de tijd besteden de dieren aan rusten en slapen, wel 16 tot zelfs 19 uur per etmaal. De nacht wordt gezamenlijk doorgebracht in een gemeenschappelijk nest. Varkens hechten veel belang aan het schoon houden van de rustplaats, ze mesten op een aparte plaats die 5 tot 15 meter van het nest verwijderd is.

Binnen de familiegroepen heerst een hiërarchie waarbij de oudere en zwaardere varkens het hoogst in de rangorde staan. Varkens kennen binnen hun groep sterke sociale banden, ze stemmen hun gedrag op elkaar af zoals bv. samen in een gemeenschappelijk nest slapen, of samen op zoek gaan naar voedsel.

Door de hiërarchie binnen de groep, komt agressie weinig voor. Conflicten om voedsel bijvoorbeeld, blijven beperkt tot wat dreigen en imponeren, waarna het sociaal lagere dier ‘afdruipt’. Varkens uit andere groepen worden echter zelden getolereerd. Dieren die tot verschillende groepen behoren, zullen doorgaans niet dichter dan 50 meter bij elkaar in de buurt komen. Soms komt het toch tot confrontaties wat resulteert in vechtpartijen. Dergelijke gevechten kunnen 30 – 60 minuten duren, maar meestal wordt het conflict al na 2-3 snelle en felle aanvallen beslecht. De verliezer draait weg en slaat op de vlucht.

Communicatie tussen varkens is van groot belang.

Varkens communiceren ook met lichaamstaal en met geluiden (vocalisaties). Lichaamstaal wordt vooral gebruikt in confrontaties. Dominante dieren zullen met de voorbenen krabben, rugbeharing opstellen, of het hoofd met licht geopende muil naar het andere dier draaien. Bange en onderdanige varkens leggen hun oren in de nek, buigen de kop af, laten de staart hangen en wijken uit.

Voor identificatie en coördinatie van groepsactiviteiten communiceren varkens vaak met vocalisaties. Onderzoekers hebben meer dan twintig verschillende varkensgeluiden vastgesteld. Er zijn onder andere knorgeluiden waarmee varkens elkaar laten weten dat ze tevreden zijn, gromgeluiden om misnoegen te uiten, geluiden om aan te geven waar een dier zich bevindt, of om groepsgenoten bij elkaar te roepen en kreten om angst en pijn uit te drukken. Varkens beschikken zelfs over een speciale ‘waarschuwingsblaf’ om elkaar te waarschuwen bij gevaar.

Varkens staan bekend om hun intelligentie.

Nog lang niet alle cognitieve vermogens van varkens zijn bekend. Eind 2019 publiceerde ecoloog Meredith Root-Bernstein onderzoek waarin voor het eerst werd vastgesteld dat varkens gereedschap gebruiken voor het bouwen van hun nest.

Wetenschappelijke studies tonen aan dat er wat betreft de basisorganisatie van het gedrag, geen fundamentele verschillen zijn tussen wilde zwijnen en de gedomesticeerde varkens die gehouden worden in de vleesindustrie. Vleesvarkens worden geslacht wanneer ze ongeveer zes tot zeven maanden oud zijn, dit terwijl varkens van nature 10 à 20 jaar kunnen worden (afhankelijk van het ras).

Overige bronnen:

Bronnen

1

M.B.M. Bracke (2010) Zoelen van varkens en implicaties voor dierenwelzijn. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 381. ISSN 1570 – 8616; p6.

3

Reimert, Inonge (2014) (Em)pathetic pigs? The impact of social interactions on welfare, health and productivity. PhD thesis, Wageningen University. ISBN: 978-94-6173-996-4.

4

P.Keller (2013). Vocalisatie bij het Varken. UGent Faculteit Diergeneeskunde; p6.

5

Marino & Colvin (2015). Thinking Pigs: A Comparative Review of Cognition, Emotion, and Personality in Sus domesticus. International Journal of comparativ psychology; p28.

7

RDA. Natuurlijk gedrag van Varkens. Advies RDA 2006/5; p19-30.

9

Pork Information Gateway (2019) - Handling Pigs

10

Wageningen UR Livestock Research. Jaarrapportage onderzoek Animal Welfare Check Points 2013; p12.

11

NVWA 2018 - Nationaal plan voor veetransport bij extreme temperaturen 2018

14

T. Grandin (1997). Assessment of Stress During Handling and Transport. Journal of Animal Science volume 75: 249-257.

15

F. Leenstra et al (2011). Ongerief bij rundvee, varkens, pluimvee, nertsen en paarden. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 456. ISSN 1570 – 8616; p18.

16

Barington et al (2016). Gross and histopathological evaluation of human inflicted bruises in danish slaughter pigs. BMC Veterinary Research.

17

Wageningen UR Livestock Research. Eindrapport Animal Welfare Check Points 2014; p13.

19

Gerritzen en Reimert (2019). Verbeteren dierenwelzijn tijdens CO2 verdoven van slachtvarkens. Wageningen Livestock Research, Rapport 1181; p8.

20

N. Baudoin (2015) U Gent, Is er nog toekomst voor elektrische verdoving bij varkens en pluimvee; p9-10.

21

Gerritzen en Reimert (2019). Verbeteren dierenwelzijn tijdens CO2 verdoven van slachtvarkens. Wageningen Livestock Research, Rapport 1181; p19.

22

EFSA (2004) Welfare aspects of the main systems of stunning and killing the main commercial species of animals. The EFSA Journal 45; p101.

26

NVWA Toezicht op welzijn van hoefdieren en gekweekt wild in slachthuizen WLZVL-017+v1; p11-14.

28

Atkinson, S. (2016) Assessment of cattle and pig welfare at stunning in commercial abattoirs. Doctoral Thesis Swedish University of Agricultural Sciences, Uppsala; p38.

29

N. Baudoin (2015), U Gent. Is er nog toekomst voor elektrische verdoving bij varkens en pluimvee? (p 9-10)

31

VERORDENING (EG) Nr. 1/2005 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer; Bijlage I, hoofdstuk 1.

34

Praktische richtsnoeren voor het bepalen van de geschiktheid voor vervoer van varkens; p15.

35

Praktische richtsnoeren voor het bepalen van de geschiktheid voor vervoer van varkens; p27.

36

J.J. Zonderland et al (2011). Financiële consequenties van staartbijten bij Varkens. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 543. ISSN 1570 – 8616; p14.

37

Praktische richtsnoeren voor het bepalen van de geschiktheid voor vervoer van varkens; p17

38

F. Bouwkamp. Prolapsen: uitstulpingen van einddarm, vagina, baarmoeder of blaas.

39

Praktische richtsnoeren voor het bepalen van de geschiktheid voor vervoer van varkens; p25.

40

A. Stinckens (2011). Aangeboren genetische afwijkingen bij biggen. KU Leuven.

44

Criteria KDV. Huidig gepubliceerde versie, juli 2019

47

Criteria Beter Leven. Slachterij varken, huidig gepubliceerde versie, geldig vanaf 2018.