De dood van een kip

Natuurlijk kippenleven

De voorouder van de huidige legkippen en vleeskuikens is de Rode Kamhoen, ook gekend onder de naam Bankivahoen. Rode kamhoenen komen tegenwoordig nog voor in Zuid-Oost Azië, in gebieden met lage bossages, donkere dichtbegroeide jungle of bamboebossen, waar de dieren voldoende beschutting vinden voor predatoren. Omdat de Rode Kamhoen zo schuw is, zijn er weinig studies gedaan naar het gedrag van deze soort onder natuurlijke omstandigheden.

Wel is er heel wat onderzoek gedaan naar kippen in semi-natuurlijke omstandigheden, zoals het onderzoek van Collias (1996) die kamhoenen bestudeerde in de dierentuin van San Diego. Ander bekend onderzoek is van Dawkins (1989), die het gedrag bestuurde van gedurende vele generaties verwilderde kippen.

Onder (semi-)natuurlijke omstandigheden leven kippen samen in groepjes van 4 tot 30 individuen. Studies met populaties verwilderde kippen tonen leefgebieden van 0.5 hectare. Ter vergelijking: een leghen in een verrijkte kooi heeft net iets meer dan een A4’tje ruimte, een scharrelhen net geen twee A4’tjes.

Binnen een groep kippen is er één dominante haan, die in het algemeen ook de meeste eieren bevrucht. Zowel tussen hanen onderling als tussen hennen onderling bestaat een sterke hiërarchie (pikorde) die bij hennen (niet bij hanen) gedurende opeenvolgende jaren uiterst stabiel blijkt. Tussen hennen in een groep bestaan ook vriendschapsbanden. De dieren zijn in staat empathie te ervaren ten opzichte van soortgenoten.

Voor het ontstaan en in stand houden van een hiërarchie binnen de groep is het belangrijk dat de kippen elkaar kunnen herkennen. Kippen kunnen tot circa 100 soortgenoten individueel herkennen. Nieuwe dieren in een groep verstoren de pikorde, die dan opnieuw bepaald zal moeten worden door vechtpartijen. Wanneer kippen gedwongen zijn samen te leven met duizenden soortgenoten (zoals het geval is in de reguliere en biologische pluimveehouderij) is een natuurlijke pikorde niet meer mogelijk.

Kippen hebben een vast 24-uursritme: in de ochtend gaan ze voedsel zoeken, rond het middaguur wordt er een stofbad genomen en wordt het verenkleed verzorgd. Het stofbaden dient om overtollig vet en parasieten (bv. luizen) te verwijderen, en helpt op warmere dagen ook om af te koelen. Kippen voelen zich goed bij temperaturen tussen 12 en 25 graden. Bij hogere temperaturen worden ze inactief, houden ze de vleugels op afstand van het lijf, ademen ze met de bek open en gaan ze stofbaden om af te koelen. Van lage temperaturen, regen en wind houden ze ook niet. Bij slechte weersomstandigheden zoeken ze beschutting.

Wanneer het verenkleed opgepoetst is volgt een tweede uitgebreide ronde van voedsel zoeken. Voedsel zoeken en eten beheerst het grootste deel van hun dag. Tijdens het voedsel zoeken schrapen kippen op een kenmerkende manier met de poot over de grond en pikken vervolgens naar eetbare ingrediënten (scharrelen). Onder natuurlijke en semi-natuurlijke omstandigheden zijn kippen 60 tot 90% van hun tijd bezig met voedselgedrag. Net zoals bij vele andere diersoorten, is het zoeken naar voedsel voor kippen ook een manier om de omgeving te exploreren. Omdat dit essentieel is om te overleven blijft de motivatie om voedsel te zoeken in stand, ook bij kippen in de veehouderij.

Als de avond valt gaan de kippen slapen. In de natuur slapen kippen op een tak in een boom, waar ze veilig zijn voor roofdieren. Vandaar dat gedomesticeerde leghennen voor het slapen in een stal een zitstok gebruiken die zich op een hoogte bevind. (Vleeskuikens zijn niet meer in staat om te slapen op een zitstok omwille van hun onevenwichtige lichaamsbouw door jarenlange genetische selectie).

Net zoals de meeste vogelsoorten kennen kippen een broedseizoen. Onder natuurlijke omstandigheden zal een hen een tiental eieren leggen, die ze vervolgens gaat uitbroeden. Wanneer het uitbroeden van het eerste legsel mislukt, kan er een tweede legsel volgen.

Na een twintigtal dagen komen de kuikens uit het ei. De hen leert hen voedsel zoeken, een geschikte slaapplaats uitkiezen, en stofbaden. Ook leert de hen haar kuikens wanneer er gevaar dreigt (predatoren) en welke gedragingen hierbij moeten uitgevoerd worden. In gevaarlijke situaties zullen de dieren ofwel wegrennen en dekking zoeken, ofwel ‘freezen’. Freezen betekent verstijven van angst. Wanneer een roofdier een kip vangt die verstijfd is en hierdoor de indruk wekt dood te zijn, verliest het roofdier zijn interesse en is de kans groot dat de aanval stop gezet wordt.

Na het broedseizoen, wanneer de dagen beginnen te korten, breekt de ruiperiode aan. In de ruiperiode leggen kippen geen eieren. Ruien is een natuurlijk proces bij vogels, waarbij de oude veren vervangen worden door nieuwe. Tijdens het ruien verliezen de kippen veren en vertonen ze kale plekken. Kaalheid door ruien heeft niets te maken met de kaalheid die kippen vaak vertonen in de veehouderij ten gevolge van verenpikken. Verenpikken is, net als kannibalisme en cloacapikken, een gedragsstoornis die bij kippen in natuurlijke omstandigheden niet voor komt.

Kippen zijn zeer intelligente dieren. De hersengebieden van kippen voor cognitieve functies zoals lange termijn geheugen en probleem oplossend vermogen, vertonen grote gelijkenissen met de menselijke hersenen. .

Wilde boshoenen worden 2 tot 3 jaar oud. Gedomesticeerde leghennen kunnen mits goede zorgen in een geschikte leefomgeving tot 10 jaar oud worden. Leghennen die gebruikt worden in de eierindustrie, zowel regulier als biologisch, worden geslacht op de leeftijd van 19 à 21 maanden. Reguliere vleeskuikens worden geslacht op een gemiddelde leeftijd van 42 dagen (ook wel “plofkip” genoemd). Vleeskuikens onder Beter Leven certificering van de Dierenbescherming (1, 2 en 3 sterren) gaan naar de slacht op de leeftijd van 56 dagen en biologische vleeskuikens op de leeftijd van 81 dagen.

Overige bronnen:

Bronnen

20

EFSA Panel on Animal Health and Welfare (2011). Scientific Opinion Concerning the Welfare of Animals during Transport. EFSA Journal; p. 47

21

NVWA. K-PL-WLZ-WV-01 bijlage 7, Toelichting vangletseltelling; p. 3

22

Niekerk et al (2015) Voer en water tijdens transport van Pluimvee. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 752; p. 3

23

Advies van BuRO over risico’s pluimveevleesketen. 28-03-2018; p. 31

24

Niekerk et al (2015) Voer en water tijdens transport van Pluimvee. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 752; p. 20

25

Niekerk et al (2014) Welzijn van uitgelegde hennen tijdens vangen en vervoer in de winterperiode. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 758; p. 39

26

Voorkom hittestress bij uw kippen. ILVO, Pluimveeloket.

27

Pluimveesector houdt vast aan eigen hitteprotocol. Boerderij, juni 2019.

28

Afgelopen zomer zeker 15.000 varkens en kippen dood door hitte. NRC, september 2019.

29

EFSA Panel on Animal Health and Welfare (2019) Slaughter of animals: poultry. EFSA Journal; p35 en p. 38

30

EFSA Panel on Animal Health and Welfare (2019) Slaughter of animals: poultry. EFSA Journal; p. 38

31

Advies van BuRO over risico’s pluimveevleesketen. 28-03-2018; p. 44

37

EFSA Panel on Animal Health and Welfare (2019) Slaughter of animals: poultry. EFSA Journal; p. 41-44