Het leven van een varken

Leven in de industrie

Intensieve varkenshouderij

In Nederland leven er op dit moment zo’n 12 miljoen varkens, wat echter een vertekend beeld geeft van de werkelijke aantallen, aangezien er bijvoorbeeld ruim 30 miljoen biggen per jaar worden geboren. Van deze biggen sterven er ongeveer 6 miljoen vroegtijdig en omdat er meer biggen “geproduceerd” worden dan er kunnen worden vetgemest tot vleesvarken, wordt eveneens een aanzienlijk deel (6-7 miljoen) op jonge leeftijd geëxporteerd naar het buitenland. Daarnaast worden er ook nog eens 3 miljoen vleesvarkens levend geëxporteerd naar het buitenland. Hiermee staat Nederland in de top van de varkens exporterende landen in Europa. De varkensstapel bestaat uit ongeveer 1 miljoen fokvarkens, 2 miljoen biggetjes die nog bij de moeder zijn, 5 miljoen jonge varkens tot 50 kg en zo'n 4 miljoen vleesvarkens.

De meeste varkensbedrijven staan in Noord-Brabant, Limburg en het Oosten van het land.

Het selectief fokken van vooral de laatste decennia is puur gericht op maximale productie; zoveel mogelijk biggetjes en zo snel mogelijke groei. Zo groeit een varken met ongeveer 0,8 kg per dag en bereiken ze al na ongeveer 7 maanden hun maximale gewicht van 120 kg, waarna ze naar het slachthuis worden afgevoerd. Zo hebben de welbekende roze varkens (in vaktaal “witte” varkens) in verhouding korte poten en een lang lichaam en daardoor onnatuurlijke gewichtsverhoudingen met alle gevolgen van dien. Topigs Norsvin, een van de grootste fokbedrijven ter wereld streeft naar “kruisingen” die 40 biggetjes per jaar kunnen “produceren”. Momenteel ligt dat aantal op 30-35 biggen per varken per jaar.

Ook voor het moedervarken zelf levert dit extra stress op. Omdat er gemiddeld meer biggen per varken worden geboren dan een zeug kan voeden wordt er veelvuldig gebruikt gemaakt van zogenaamde “pleegzeugen” en kunstmatige “opfoksystemen” (een soort couveuses). Wettelijk mogen biggen pas gespeend worden (bij hun moeder weggehaald) na 28 dagen en onder bepaalde voorwaarden bij wijze van uitzondering al eerder tot minimaal 21 dagen. In conventionele huisvesting is spenen een abrupte en daardoor zeer stressvolle gebeurtenis voor biggetjes die vaak leidt tot een zogenaamde speendip, waarbij de voeropname, groei en weerstand van biggen verminderd zijn.

Een ander opmerkelijk verschil tussen varkens uit de intensieve varkenshouderij en “natuurlijke” varkens is de leeftijd. Vleesvarkens worden na 6-8 maanden al geslacht en zeugen vaak al na 2 jaar, omdat ze dan economisch niet meer rendabel zijn. In het wild worden varkens echter makkelijk 10-15 jaar en zijn er gevallen bekend van 20-25 jaar. In Nederland halen dus de meeste varkens hun eerste levensjaar niet.

Bronnen

1

Marino, L. & Colvin, C.M. (2015) Thinking pigs: a comparative review of cognition, emotion, and personality in Sus domesticus. International Journal of Comparitive Psychology, 28

2

Fokkinga, Anno (2004) Het varkensboek. Uitgeverij THOTH Bussum ISBN 9789068683738

3

Watson, Lyall (2004) The whole hog: exploring the extraordinary potential of pigs. Smithsonian books Washington. ISBN 1-58834-216-6

5

Sanders, Violette (2000) Het varken als gezelschapsdier. Etiko Uitgevers Nieuw Vennep ISBN 9789052661582

6

Reimert, Inonge (2014) (Em)pathetic pigs? The impact of social interactions on welfare, health and productivity. PhD thesis, Wageningen University ISBN: 978-94-6173-996-4

7

Groot Bruinderink, G & Dekker, Jasja (2010) Wilde zwijnen. KNNV uitgeverij ISBN 9789050113281

8

Rutherford, K.M.D. et al. (2013) The welfare implications of large litter size in domestic pig I: biological factors. Animal Welfare 22; p. 199-218

9

van Dixhoorn, I. et al. (2011) Scheiden van dieren. Wageningen UR Livestock Research, rapport 428

10

van Nieuwamerongen, S.E. et al. (2014) Literatuuronderzoek naar groepshuisvesting van kraamzeugen en hun biggen, rapport 757, Wageningen UR, Livestock Research

11

FAWC (Farm Animal Welfare Council) (2009) Farm Animal Welfare in Great Britain: Past, Present and Future. Farm Animal Welfare Council: Millbank, London, UK

12

Douglas, C. et al.(2012). Environmental enrichment induces optimistic cognitive biases in pigs. Appl. Anim. Behav. Sci. 139, p. 65-73.

13

Diepens, R. (2016) Het grote kleine varkensboek. Natuurlijk op zuid ISBN 978-90-825135-0-9

14

Bracke, M.B.M. (2010) Zoelen van varkens en implicaties voor dierenwelzijn. Wageningen UR livestock research, rapport 381

15

EFSA (2007) Scientific Opinion of the Panel on Animal Health and Welfare on a request from Commission on the risks associated with tail biting in pigs and possible means to reduce the need for tail docking considering the different housing and husbandry systems. The EFSA Journal 611, p. 1-13

16

Bolhuis, J.E. et al. (2006) Effect of rearing and housing environment on behavior and performance of pigs with different coping characteristics. Appl. Anim. Behav. Sci. 101, p. 68-85

17

Geert van der Peet et al. (2016) Houden van varkens met een intacte staart. Invulling van stap 1 van de Verklaring van Dalfsen: demonstratieproject, praktijknetwerk en internationale samenwerking. Wageningen UR Livestock Research. Rapport 939

18

Sutherland M.A et al.(2013). Animal health and welfare issues facing organic production systems. Animals 3:1021-1035.

19

Aandoeningen bij varkens (2011) Afdeling duurzame landbouwontwikkeling, Vlaamse Overheid. Depotnummer D/2010/3241/391

20

CBS, 23-9-2016

21

Callens, Bénédicte (2015) Antimicrobial use and resistance in Belgian pig production, PhD thesis, Gent University

22

Aarnink, A. et al. (2014) Naar energieneutrale varkensstallen met luchtrecirculatie: de Enerlatiestal. Wageningen UR Livestock research; Livestock Research, Rapport 814

23

Wathes, C.M. et al. (2003) Ammonia concentrations and emissions in livestock production facilities: guidelines and limits in the USA and UK. Agricultural and Biosystems Engineering; Conference Proceedings and Presentations. Paper nr. 034112

24

Hultén, F. et al. (1995) A field study on group housing of lactating sows with special reference to sow health at weaning. Acta Veterinaria Scandinavica 36(2): p. 201-212.

25

Marchant, J.N. et al. (1996) Effects of dry sow housing conditions on muscle weight and bone strength. Animal Science 62(1): p. 105-113

26

Vandersmissen, T. et al. (2012) Doodgeboren biggen en uitval bij de biggen op het moderne varkensbedrijf. Brochure Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

27

Aandachtspunten bij partusinductie (2012) Boerenbond, Management&Techniek; varkens. 8 juni 2012

28

Diepens, R. (2016) Het grote kleine varkensboek. Natuurlijk op zuid ISBN 978-90-825135-0-9

29

Langere levensduur zonder in te leveren (2011) Pig business; nr. 7

30

Aandoeningen bij varkens (2011) Afdeling duurzame landbouwontwikkeling, Vlaamse Overheid. Depotnummer D/2010/3241/391

32

Beek, J. Uitval van zeugen. Vakgroep Voortplanting, Verloskunde en Bedrijfsdiergeneeskunde. Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent.

33

Voortgangsrapportage 2016 van stuurgroep Actieplan Stalbranden 2012-2016, Bijlage

1 uit Evaluatie Actieplan Stalbranden 2012-2016,WU/IFV, rapport 1035

35

Diepens, R. (2016) Het grote kleine varkensboek. Natuurlijk op zuid ISBN 978-90-825135-0-9

36

Hogere bigvitaliteit in de Nederlandse zeugenhouderij, 5e voortgangsrapportage; 19 augustus 2015. Stuurgroep bigvitaliteit.

37

van Nieuwamerongen, S.E. et al. (2014) Literatuuronderzoek naar groepshuisvesting van kraamzeugen en hun biggen, Wageningen UR Livestock Research, Rapport 757